Naar meer vrouwen in de sociale economie, graag

Het aandeel vrouwen in de sociale economie loopt achteruit. Een gerichte versterking van het jobaanbod kan helpen bijsturen.

Volgens recente cijfers van het departement Werk en Sociale Economie ligt het aandeel vrouwelijke tewerkstelling in de sociale economie met 36,8% lager dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt (47,1%). De mate waarin de sociale economie wordt ingevuld met handenarbeid is daaraan niet vreemd. Opvallend is wel dat een vergelijking van de jaarrapporten van het departement voor 2014 en 2018 laat zien dat deze wig nu verder aangroeit. 

In de lokale diensteneconomie ligt het aandeel vrouwelijke tewerkstelling traditioneel iets hoger dan gemiddeld. Deze sector ontstond immers in grote mate vanuit initiatieven die ondersteuning van gezinnen, ouderen en kinderen op het oog hadden. In die sfeer zagen we een aangroei van jobkansen waarin vrouwen in grotere mate hun gading vonden. Deze 'buurt- en nabijheidsdiensten' zoals ze werden genoemd dienden als bijsturing van de sociale economie voor vrouwelijke werkzoekenden en werden daarvoor ook geprezen. Denk aan buurtgerichte kinderopvang met sociale functie, aanvullende diensten in de thuis- en ouderenzorg, preventieve gezinsondersteuning in wijken, ondersteuning van vrije tijd in buitenschoolse opvang en brede scholen... 

Niettemin neemt nu zelfs in de lokale diensteneconomie het aandeel vrouwelijke tewerkstelling mee af, van 42,39% in 2014 naar 37,7% in 2018. De verklaring daarvoor is dat deze sector in de voorbije jaren sterker is aangegroeid in activiteiten die ofwel meer genderneutraal zijn ofwel meer mannelijke tewerkstelling stimuleren. Met andere woorden, bovenop algemene maatschappelijke factoren die een evenwaardige tewerkstelling van vrouwen en mannen in de weg staan, speelt ook het jobaanbod in de sector hier een rol. En dat specifieke element is uiteraard als men wil heel snel bij te sturen.  

De lokale diensteneconomie is een minder omvangrijke deeltak van de sociale economie. Toch bevat zij door haar gedeeltelijk sterkere focus op sferen van interpersoonlijke nabijheid, welzijn en zorg een aantal hefbomen dat op korte termijn al gemakkelijk voor een toename van vrouwelijke tewerkstelling kan zorgen. Maar dan zijn een gezond kader en effectieve stimuli van het Vlaamse beleidsniveau wel een vereiste. 

De rapporten van de Vlaamse administratie laten overigens zien dat sociale economie uitblinkt in tewerkstelling van kortgeschoolden, oudere werknemers (50+) maar ook jongeren (-25), personen met een arbeidshandicap en personen van buitenlandse of niet-Europese afkomst. De bijdrage van de sociale economie in het bijsturen van de arbeidsmarkt is daarmee duidelijk. Een meer tastbare genderbenadering van de sociale economie kan dit echter nog versterken, alsook voor een complementaire vooruitgang zorgen op het vlak van gelijke kansen. 

Bronnen:  Departement Werk en Sociale Economie (2020) 'Jaarrapport Sociale Economie 2018' en Id. (2015) 'De Vlaamse Sociale Economie in 2014'.