LDE-sector verdient meer respect en wil uitbreiding voor sociale cohesie (welzijn en onderwijs)

Relance vergt herstel van het maatschappelijke weefsel. De lokale diensteneconomie kan hier structureel toe bijdragen.  

Tijdens de coronacrisis bewees de sector dat zij een vitale rol speelt op het vlak van de sociale cohesie.  Onze lokale diensten bleven hulp bieden in woonzorgcentra, deden boodschappen voor senioren, bewaarden actief contact met maatschappelijk kwetsbare gezinnen in de wijken, waren attent voor de onderwijskansen en materiële noden, hielden de buurtgerichte kinderopvang draaiende, vulden gaten in de buitenschoolse opvang, bleven nabij in onthaalhuizen … VRT kwam daarvoor kijken.

Ook SERV onderschreef dat de lokale diensteneconomie geen sector is waarin louter tewerkstelling wordt gecreëerd*. Inderdaad, zij droeg en draagt bij tot het herstel van het maatschappelijk weefsel. Maar ze wordt daarvoor te weinig gewaardeerd. In regeerakkoorden lijkt het haast alsof sociale economie louter een economische flank heeft, en alsof dat sociale dienstverlening niet de motor kan zijn van tewerkstellingscreatie.

Bovendien behoren onze medewerkers zelf tot kwetsbare doelgroepen. Hun aandeel in de werkzaamheidsgraad betekent sociale en economische winst. Maar zolang de financiering van organisaties wankel blijft, loopt werkzaamheid een groot risico. Bovendien missen vrouwen hier steeds meer de boot, net omdat het beleid het oog heeft afgewend van groei in welzijn, zorg en onderwijs.

De sector vraagt daarom uitbreidingsbeleid, wanneer het kan binnen VIA6, voor taken die in het teken staan van sociale cohesie. Daarvoor zijn legio taken denkbaar in woonzorgcentra, voorzieningen, scholen, buitenschoolse opvang, herstel of ook heel wijkgericht in de gezinsondersteuning … Zoals aangestipt in onze vraag naar relancebeleid kan dat verlopen via thematische oproepen. Ook kunnen bestaande activiteiten daarmee heroriënteren of doorgroeien naar de juiste schaal en verbinding.

Deze duidelijke vraag sluit aan bij de historische ontwikkeling van de sector. Daarin stond de verbinding tussen werk en maatschappelijke dienstverlening centraal. De bijdrage aan welzijn, zorg en onderwijs – op de lage drempel en steeds lokaal gediversifieerd – typeert net dit type van sociale economie.

Hoe het gevraagde uitbreidingsbeleid vormt krijgt, dus wel of niet vanuit de reguliere middelen van sociale economie, is van tweede orde. Hoofdzaak is dat de maatschappelijke relevantie van wat onze sector doet terug in het midden van de belangstelling staat. Er weze nog toekomst.

Download hier de tekst.

* SERV, 2020, Advies sociale en solide maatschappelijke herstart.

sociale cohesie